De vlucht van Sara en haar ouders uit Afghanistan betekende een cultuuromslag: een leven in (lichte) armoede met drie kinderen op een flat in Schalkwijk. De basisschool ging prima, de eerste jaren op het Stedelijk gymnasium vond Sara verschikkelijk. ‘Ik voelde me buitengesloten door de groepjes rijke kinderen uit Heemstede, ik kende niemand. Het ging beter toen ik me in het derde jaar besefte dat we uiteindelijk hetzelfde diploma kregen: waar je vandaan komt maakt niets uit’.
De Kinderuniversiteit was in het eerste jaar een veilige haven. Ik was als een spons en vond het heerlijk om nieuwe dingen te leren. Ik was wel introvert. In die tijd is er een zaadje geplant: ik leerde te praten en mezelf serieus nemen. Ik wist dat mijn hartsvriendin Arfa ernaar uitkeek me te zien. We schreven elkaar iedere week in een schrift en belden dagelijks (gratis) na 20.00 uur.
Nu gaat ‘t erg goed met me. Ik studeer Frans en filosofie in Amsterdam en woon nog bij mijn ouders in Haarlem. In september start ik met mijn master voor de lerarenopleiding. Ik heb een roman geschreven die mogelijk wordt uitgegeven. Arfa is naar Engeland verhuisd en is inmiddels getrouwd – in traditionele kleding-. Best bijzonder hoe verschillend onze levens zich ontwikkelen.